ACCOUNTANTS ZONDER PERMANENTE EDUCATIE ZIJN ALS VOGELS ZONDER VEREN!

Inhoudsopgave

  1. Waarom Permanente Educatie
  2. Welk PE-systeem is het beste systeem?
  3. Het huidige puntentelsysteem van Nivra is input-georiënteerd.
  4. De SWA is voorstander van een output-georiënteerde systeem.
  5. Nivra weigert een discussie over een output-georiënteerd PE-systeem te voeren.

            Alternatieve PE Verordening

 

1. Waarom Permanente Educatie

Bovenstaande kop geeft al aan dat een goede accountant niet zonder permanente educatie (PE) kan. Deze pagina gaat daarom uitsluitend over de wijze van invullen daarvan en de bijdrage daaraan van Nivra.

 

Een recent artikel in ESB doet verslag van een onderzoek genaamd: “meer werken is meer leren” (ISBN-10 90-5003-474-8).  Daaruit blijkt dat 1 jaar werk = 9 maanden studie.  Uiteraard is kritiek mogelijk op dit onderzoek en de conclusies. Feit blijft echter dat de dwang van de werkomstandigheden iedere gemotiveerde werker er toe dwingt om zijn kennis op peil te houden.   De vraag kan dan ook gesteld worden of een aanvullende PE-systemen naast werken, zoals bijvoorbeeld Nivra dat voorschrijft,  wel zin heeft.  Het probleem zit bij accountants die om welke reden dan ook niet meer gemotiveerd zijn hun kennis op peil te houden of niet langer beseffen dat hun kennis niet meer op peil is.

Terug

 

2. Welk PE-systeem is het beste systeem?

Ieder systeem zal vermoedelijk tekort zal schieten bij accountants die niet gemotiveerd zijn hun kennis op peil te houden of niet langer beseffen dat hun kennis niet op peil is.  Vanuit Ifac zijn in IES7 twee PE-systemen toegelaten, input-georiënteerd en output-georiënteerd.

Terug

 

3. Het huidige puntentelsysteem van Nivra is input-georiënteerd.

Dit Nivra-puntentelsysteem zorgt er vooral voor dat een accountant zelf zijn eigen PE-controledossier bijhoudt van vooral cursussen. De wezenlijkste vragen worden aan de accountant zelfs niet gesteld.  Die vraag is onder mee of dit wel relevante cursussen zijn of alleen cursussen die het controledossier PE makkelijk vullen.  De vraag bijvoorbeeld of in de specifieke werkomgeving van de accountant, cursussen überhaupt wel de aangewezen methode zijn om bij te blijven. Een belangrijke element daarbij is de factor tijd. Van een accountant wordt verwacht dat relevante kennis onmiddellijk beschikbaar is, liefst gisteren en zeker niet morgen.  In vele werkomgevingen veranderen relevante vraagstellingen erg snel. In ieder deelkennisgebied verandert de regelgeving zo mogelijk nog sneller. Dat betekent dat relevante kennis vooral via internet, bibliotheken en het relatienetwerk opgedaan moet worden. De daaraan bestede tijd is vaak niet meetbaar en betekent soms dat een accountant twee maal uren moet schrijven, eenmaal voor zijn cliënt en eenmaal voor zijn controledossier PE.       

Terug

 

4. De SWA is voorstander van een output-georiënteerde systeem.

De reden van deze voorkeur is dat een output-georiënteerd systeem er toe dwingt primair de accountant zelf verantwoordelijk te maken om bij te blijven.  Dit systeem komt  er op neer dat ieder accountant bij zijn jaarlijkse contributiefactuur tevens een verklaring voor zichzelf moet ondertekenen dat hij heeft nagedacht over zijn verantwoordelijkheden, daarbij passende leer- en ontwikkelingsactiviteiten (zo nodig) heeft ondernomen en daarbij het effect van die activiteiten heeft beoordeeld.  Op die verklaringen word steekproefsgewijs gecontroleerd en alleen drie vakgroepgenoten kunnen bij ernstige gebleken kennisgebreken, aan Nivra verzoeken deze accountant de gang naar de tuchtrechter te laten maken.   Het staat eenieder vrij om een  controledossier PE bij te houden maar is niet verplicht.

 

Het is duidelijk dat een dergelijk systeem veel flexibeler en efficiënter is dan het puntentelsysteem van Nivra.  Vanuit een cliëntgericht kwaliteitsbesef verdient dit systeem naar de mening van de SWA ook de voorkeur. Een post-actieve accountant die onbezoldigd meer dan 200 uur tijd besteedt als penningmeester van zijn enige cliënt , een actieve lokale postduiven vereniging, hoeft niet zo nodig meer aan verplichte PE te doen. Zonder enige vorm van PE is zijn cliënt ook wel dik tevreden.      

 

Flexibeler omdat het sommige kenniswerkers motiveert om veel meer te doen dan de voorgeschreven 20 of 40 uur PE.  Zeker bij snel wisselende werkomgevingen en regelgeving gecombineerd met tijdsdruk is deze 20 of 40 uur PE een bijna belachelijk minimum voor een goede accountant. Bij zeer stabiele werkomgevingen en regelgeving, part-time sociale activiteiten kan zelfs  het registreren van 20 of 40 uur PE te veel van het goede zijn.         

 

Efficiënter omdat de noodzaak dat alle accountants hun eigen PE-controledossier bijhouden vervalt ene alleen voor de liefhebbers mogelijk moet blijven. Voor veel accountants die liever,  voor het geval van steekproefsgewijze controle, achteraf hun agenda en boekhouding raadplegen om aan te tonen welke PE-activiteiten vervuld zijn is dit een enorme efficiencyverbetering.

            Terug

 

5. Nivra weigert een discussie over een output-georiënteerd PE-systeem te voeren.

Nadat meer dan 40 leden van Nivra verzocht hebben om correctie in het najaar 2006  op zeer negatieve uitlatingen aan alle leden van het Nivra-Bureau over output-georiënteerde PE-systemen zonder deugdelijke grondslag, volgde geen correctie.  Nadat meer dan 40 leden conform de Wet op de Registeraccountants onderstaande alternatieve PE-verordening hebben ingediend te behandeling op een ledenvergadering, is dit verzoek geweigerd. Een ander past in het gebrek aan respect van het Nivra-Bureau voor de democratische grondrechten van de leden en de ledenvergadering als hoogste orgaan van Nivra.

 

Wilt u die ongewenste situatie beëindigen, schrijft u zich dan hier in als lid van de kerngroep SWA en kom ook naar de komende ledenvergaderingen.              

Terug



Alternatieve Verordening Permanente Educatie  

 

 

 

 

 

 

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants, stelt de volgende verordening vast:

 

 

Hoofdstuk 1 Reikwijdte van deze verordening

Artikel  1

Deze verordening is van toepassing op alle registeraccountants met uitzondering van de registeraccountants die niet actief betrokken zijn bij het arbeidsproces uit hoofde van welke functie dan ook en daarenboven geen enkele activiteit, bezoldigd of onbezoldigd, verrichten ten behoeve waarvan de deskundigheid van registeraccountant wordt of zou kunnen worden aangewend. Onder niet actief bij het arbeidsproces betrokken zijn wordt verstaan dat geen inkomsten uit enige tegenwoordige arbeid wordt genoten.

 

Hoofdstuk 2 Jaarlijkse opgave

Artikel  2

Jaarlijks bevestigt ieder lid dat hij als onderdeel van zijn werkzaamheden heeft nagedacht over zijn verantwoordelijkheden, daarbij passende leer- en ontwikkelingsactiviteiten (zo nodig) heeft ondernomen en daarbij het effect van die activiteiten heeft beoordeeld. 

 

Artikel  3

Leden die een vergelijkbare verplichting tot permanente educatie op zich hebben genomen bij een organisatie (bijvoorbeeld het CI) of werkgever(bijvoorbeeld een accountantskantoor), zijn vrijgesteld van de verplichting onder artikel 2 mits deze organisatie of werkgever naar haar eigen oordeel voldoet aan vergelijkbare en verifieerbare eisen en daarvan jaarlijks opgave doet.  

 

Artikel  4

Het Bestuur draagt het Bureau op om bij de jaarlijkse contributiefactuur aan het lid tevens een voorgedrukte verklaring met een bevestiging als bedoeld in artikel 2 toe te zenden ter ondertekening en voor de leden die dit wensen een online faciliteit ter beschikking te stellen waarin deze verklaring bevestigd kan worden.

 

Artikel 5

Het bestuur is bevoegd op een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de registeraccountant geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 2 op grond van bijzondere omstandigheden. Het bestuur kan aan deze ontheffing voor waarden verbinden.

 

Hoofdstuk 3 Monitoring

Artikel  6

Het Bestuur draagt het Bureau op om een efficiënte steekproef te ontwerpen om jaarlijks vast te stellen dat niet meer dan 5 % van de registeraccountants niet aan hun verplichtingen voldoet. Aan de in de steekproef betrokken registeraccountants, alsmede aan de in artikel 8 bedoelde leden wordt gevraagd het formulier in te vullen zoals in de appendix bij deze verordening is opgenomen. Het Bestuur draagt het Bureau op om voor de leden die dit wensen een online faciliteit ter beschikking te stellen waarin dit formulier kan worden ingeleverd.

 

Artikel 7

Op basis van de ontvangen antwoorden kan het Bestuur de desbetreffende leden vragen detailopgaven te geven om deze opgaven te substantiëren. Uitgangspunt is dat dit aan niet meer dan 50 % van de steekproefdeelnemers gevraagd zal worden.

 

Artikel 8

In de steekproef en de verplichting een opgave te substantiëren kunnen ook worden opgenomen de registeraccountants waarover het toezichthoudende orgaan, het bestuur, de Accountantskamer, de Klachtencommissie en/of het College van Beroep voor het bedrijfsleven, specifiek nadere informatie wensen.

 

Artikel  9

Bij verschil van inzicht tussen het lid en het Bureau over de wijze waarop het lid zijn PE-verplichting heeft ingevuld c.q is nagekomen, wordt een college van arbiters samengesteld die zoveel mogelijk dezelfde rol en functie uitoefenen als het betreffende lid.  Een arbiter wordt aangewezen door het lid zelf, een arbiter door het Bureau. Tezamen bepalen ze de derde arbiter die tevens voorzitter wordt.  Deze bindende arbitrage is bindend en de kosten worden gedragen conform de uitspraak van dit college van arbiters.   

 

Artikel 10

Indien een lid in gebreke is te voldoen aan de bepalingen in deze verordening, kan het bestuur hem een redelijke termijn stellen waarbinnen hij die verplichtingen alsnog dient na te komen.  In het geval dat de registeraccountant na afloop van die termijn nog in gebreke is, kan het bestuur een klacht indienen bij de Klachtencommissie.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel  11

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2007. Gelijktijdig treden buiten werking de Nadere voorschriften inzake Permanente Educatie zoals in werking getreden per 1 januari 2004.

 Terug

 

Appendix: Steekproefformulier

 

Uw naam is (voorgedrukt)

Uw lidmaatschapsnummer is(voorgedrukt)

 

Nadenken

  • Wat is uw rol in uw functie? Wat zijn haar belangrijkste aspecten?
  • Werkt u in gebieden met toezichthouders zoals controle, beleggingsadvies?

 

Korte functie- en rolomschrijving

 

 

 

 

Wat heb ik nodig om de rol in mijn functie goed te blijven vervullen:

 

 

 

Handelen

  • Hoe heeft u de wijzigingen, gebeurtenissen en uitdagingen die relevant zijn voor uw functioneren geïdentificeerd en als actiepunt behandeld of opgenomen?
  • Is het nodig nieuwe kennis te vergaren inzake nieuwe of gewijzigde regelgeving?
  • Wat verwachten uw collega’s, werkgever, aandeelhouders, beroepsverenigingen waarvan u lid bent van U? Hoe komt u tegemoet aan hun behoeften en verwachtingen?

 

Actiepunten die voltooid zijn:

 

 

 

U kunt gevraagd worden door het Instituut om uw opgave te substantiëren. Voor meer informatie zie de site www.nivra.nl/pe of bel .....

 

Effect

  • Zijn er uitdagingen die u niet heeft kunnen oplossen? Hoe denkt u die in de toekomst op te lossen?
  • Wat is het effect geweest van uw opleiding- en ontwikkelingsactiviteit?
  • Heeft u alle verplichtingen van de beroepsorganisatie waarvan u lid bent vervuld?
  • In hoeverre beantwoordt u aan de verwachtingen van uw beroepsomgeving omtrent uw rol of welke plannen heeft u om aan die verwachtingen tegemoet te komen?
  • Heeft u een professionele en coherente benadering van uw ontwikkeling?

 

Effect van ontwikkelingsactiviteiten:

 

 

 

 

Actiepunten voor verdere ontwikkeling:

 

 

 

 

 

 

 

Handtekening

Datum

 Terug