Voorstel Verordening op de vakgroepen

 

Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van …,

 

De ledenvergadering van Nivra, draagt het bestuur op de volgende verordening vast te stellen conform de daarvoor geldende procedures:

 

DOEL EN INSTELLING VAN VAKGROEPEN

 

ARTIKEL 1

1. Het bestuur kan vakgroepen instellen zoals

geformuleerd in artikel 3, lid 1 van de Verordening op het bestuur.

2. De vakgroepen hebben tot doel de gemeenschappelijke belangen te behartigen van

en het (doen) verzorgen van een optimale dienstverlening aan de leden die behoren

tot de desbetreffende vakgroep. Dit met inachtneming van de taken en

verantwoordelijkheden die uit hoofde van de wet zijn opgedragen aan de Orde.

3. Het bestuur kan de volgende vakgroepen instellen, maar in ieder geval de vakgroepen zoals vermeld onder 3.1 en 3.4.

3.1. de vakgroep die bestaat uit accountantspraktijken, in die

hoedanigheid omvattend de leden die optreden als openbaar accountant,

3.2. de vakgroep die bestaat uit de leden die in dienst zijn van

het Rijk, de Provincies, de gemeenten en (semi-)publieke organisaties,

3.3. de vakgroep die bestaat uit de leden die assuranceopdrachten

uitvoeren in dienst van derden voorzover zij niet in dienst van het

Rijk, de Provincies, de gemeenten en (semi-)publieke organisaties

3.4. de vakgroep die bestaat uit de leden die niet behoren tot één van de hiervoor

genoemde categorieën

4. Een vakgroep heeft een vakgroepbestuur.

5. De vakgroepbesturen roepen de leden die behoren tot de vakgroep tenminste eenmaal per jaar in een vakgroepsledenvergadering bijeen.

 

HET BESTUUR VAN DE VAKGROEP

 

ARTIKEL 2

1. Elk van de vakgroepbesturen heeft een samenstelling van ten minste vijf leden

waaronder de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de penningmeester. Het

precieze aantal leden wordt door het vakgroepbestuur bepaald, met dien verstande

dat het aantal stemhebbende leden oneven is. De benoeming is voor de termijn van

vier jaren met een maximum van drie termijnen. Het bestuur  benoemt de

leden van het vakgroepbestuur, op voordracht van het betreffende vakgroepbestuur.

2. Het vakgroepbestuur doet zijn voordracht na raadpleging van de leden die bij de

desbetreffende vakgroep behoren.

3. Jaarlijks treedt een deel van de leden van het vakgroepbestuur volgens een door de

vakgroepvergadering vast te stellen rooster af. Het rooster wordt zodanig ingericht,

dat voor zover mogelijk telkenmale hetzelfde aantal leden van het vakgroepbestuur

aftreedt. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar.

4. Hij, die benoemd is ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

 

VERGADERING VAN HET VAKGROEPBESTUUR

 

ARTIKEL 3

1. De vergadering van het vakgroepsbestuur bestaat uit alle leden van het

vakgroepsbestuur.

2. De voorzitter van het vakgroepbestuur roept de vergadering bijeen, zo dikwijls hij

zulks nodig oordeelt en voorts indien meerdere leden van het vakgroepsbestuur,

onder opgaaf van de te behandelen punten, om haar bijeenroeping verzoekt.

3. De oproeping tot een bijeenkomst van het vakgroepbestuur geschiedt ten minste

zeven volle dagen tevoren door toezending aan alle leden van het vakgroepsbestuur

van een agenda, mede vermeldende plaats, dag en aanvangsuur van de vergadering.

4. In een bijeenkomst van het vakgroepsbestuur kunnen geen besluiten worden genomen tenzij

meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

5. In een bijeenkomst van het vakgroepsbestuur kunnen geen besluiten worden

genomen ten aanzien van onderwerpen, welke niet op de agenda zijn vermeld.

6. De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van het vakgroepbestuur of bij

ontstentenis door de plaatsvervangend voorzitter, of bij diens ontstentenis een ander

lid van het vakgroepbestuur.

 

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET VAKGROEPBESTUUR

 

ARTIKEL 4

1. Ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de leden die

zij vertegenwoordigt is het vakgroepbestuur bevoegd om:

1.1. voorstellen te doen aan en het afsluiten van convenanten met het bestuur met betrekking tot de inrichting,

onderhoud en naleving van gedrags- en beroepsregels die de desbetreffende

vakgroep aangaan;

1.2. voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot de eisen voor de

permanente educatie van alle leden en specifiek voor de leden van de

vakgroep;

1.3. voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot het beroepsprofiel ten

behoeve van de opleiding voor de specifieke beroepsgroep;

1.4. voorstellen te doen aan het bestuur met betrekking tot het opstellen en de

inhoud van verordeningen;

1.5. aanbevelingen te doen voor de benoeming van leden van het bestuur en

commissies; bij de voordrachten voor benoeming draagt het

vakgroepbestuur er zorg voor dat één van haar leden tevens wordt

voorgedragen als lid van het bestuur;

1.6. naar buiten op te treden en contacten te onderhouden, (beroeps)voorlichting

te geven en standpunten en mededelingen namens de vakgroep te

verkondigen. Het betreft hier geen standpunten en mededelingen die

behoren tot het domein van publieke taken en verantwoordelijkheden, die bij wet zijn opgedragen;

2. Ter optimalisering van de dienstverlening aan de leden die zij

vertegenwoordigt is het vakgroepbestuur bevoegd tot:

2.1. Het (doen) organiseren van evenementen en bijeenkomsten

2.2. Het (doen) verzorgen van cursussen en trainingen

2.3. Het (doen) uitgeven van publicaties

2.4. Het bevorderen van ervaringsuitwisseling tussen de leden die

behoren tot de betreffende vakgroep

2.5. Het entameren van alle overige activiteiten die noodzakelijk worden geacht

om de gewenste dienstverlening aan te bieden

3. Het vakgroepbestuur stelt het beleid voor de langere termijn, een jaarplan, een

begroting en de hoogte van de contributie, die aan de vakgroep toevloeien, voor het komende jaar vast waarbij ten minste aandacht zal worden

besteed aan:

3.1. de te ontplooien activiteiten in het kader van de belangenbehartiging van en

dienstverlening aan de tot zijn vakgroep behorende leden;

3.2. het aanwenden van de middelen van de vakgroep ter realisatie van haar

doelstelling;

3.3. de wijze waarop de middelen van de vakgroep zullen worden vergaard en

aangewend;

3.4. de mate waarin wordt samengewerkt met het bureau van de Orde en gebruik

wordt gemaakt van de daar reeds aanwezige voorzieningen;

4.Het vakgroepbestuur stelt de leden die behoren tot de vakgroep, in staat

om hun mening te geven over het voorgenomen beleid, het jaarplan, de begroting en de hoogte van de contributie;

5. Ter verwezenlijking van zijn doelstellingen beschikt het vakgroepbestuur over een

budget binnen de begroting, beschikbaar gesteld op basis van een

jaarplan dat door het bestuur is geaccordeerd.

6. Over de activiteiten en bestedingen legt het vakgroepbestuur jaarlijks rekening en

verantwoording af aan de vakgroepsledenvergadering. Tevens informeert ze het bestuur van de orde.

7. Onverminderd het bepaalde in art. 2.2 heeft het vakgroepbestuur de bevoegdheid om bindende aanbevelingen te doen voor de benoeming van de leden van het bestuur,

ter voordracht door het bestuur aan de ledenvergadering. In het kader van de

bevoegdheid van het doen van bindende aanbevelingen voor benoeming van leden van het

bestuur, adviescommissies en werkgroepen van het bestuur, deelt het bestuur aan de

vakgroepen tijdig mede wanneer, ten gevolge waarvan en overeenkomstig welk

profiel een plaats moet worden vervuld.

8. Het vakgroepbestuur kan werkgroepen instellen voor bepaalde onderwerpen.

 

ADVISERENDE LEDEN VAN HET VAKGROEPBESTUUR

 

ARTIKEL 5

1 Elk van de vakgroepbesturen heeft de bevoegdheid één lid van een andere

beroepsorganisatie te verzoeken aanwezig te zijn bij de vergaderingen van het

vakgroepbestuur en daarin een adviserende stem te hebben. Het totaal aantal van

dergelijke adviserende leden zal niet meer bedragen dan één/derde (1/3) van het

aantal leden van het vakgroepbestuur.

2 Zulk een adviserend lid wordt op de zelfde wijze uitgenodigd als de leden van het

vakgroepsbestuur, toegang hebben tot de vergaderingen van het vakgroepsbestuur

en het recht te hebben het woord te voeren op gelijke basis als de leden van het

vakgroepsbestuur. Het adviserende lid heeft geen stemrecht.

 

DE VAKGROEPSLEDENVERGADERING

 

ARTIKEL 6

1. Tenminste  eenmaal per jaar roept het vakgroepbestuur een vakgroeps ledenvergadering bijeen voor de leden die zij vertegenwoordigt.

2  De leden van de vakgroep hebben ten aanzien van de vakgroeps ledenvergadering ceteris paribus dezelfde rechten en verplichtingen als bij de ledenvergadering van de Orde.

3. De verordeningen en nadere regels op de ledenvergadering van de Orde zijn ceteris paribus van toepassing op de vakgroepsledenvergadering

4.  Het vakgroepbestuur doet voorstellen over de nieuw te benoemen bestuursleden van het vakgroepbestuur

5.  Het vakgroepbestuur brengt verslag uit over haar activiteiten van het afgelopen jaar en doet voorstellen over de activiteiten en plannen voor het komende jaar zoals omschreven in artikel 4. 

 

 

 

 

SLOTBEPALINGEN

 

ARTIKEL 7

1. Het bestuur kan – de ledenvergadering gehoord – nadere regelen vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

3. Deze verordening wordt aangehaald als ´Verordening op de vakgroepen´.

 

Toelichting

 

Algemeen 

De werkzaamheden, die door accountants kunnen worden verricht, kunnen zeer verschillend van aard zijn en kunnen een onderscheidende reikwijdte hebben. De (inter)nationale wet- en regelgeving die van toepassing is op de accountant heeft veelal als scope de zogenaamde ´wettelijke controles`. Het merendeel der accountants is echter niet betrokken bij de uitvoering van ´wettelijke controles´ en verrichten andere werkzaamheden in het bedrijfsleven en bij de overheid. Deze accountants hebben echter wel behoefte aan op hun werkzaamheden toegesneden regelgeving en voorzieningen voor permanente educatie in hun eigen vakgebied. Om aan deze behoefte tegemoet te komen wordt voorgesteld de accountants in te delen in vakgroepen, gebaseerd op de aard van de te verrichten werkzaamheden. Daarmee wordt tevens de pluriformiteit van het accountantsberoep tot uitdrukking gebracht. 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Artikel 1 beoogt het bestuur de bevoegdheid te geven tot het instellen van vakgroepen, gebaseerd op de aard van de te verrichten werkzaamheden. 

 

Artikel 2

Artikel 2 regelt de instelling, samenstelling en benoeming van het vakgroepbestuur.

 

Artikel 3

Artikel 3 regelt de werkwijze van het vakgroepbestuur.

 

Artikel 4

Artikel 4 regelt de taken en bevoegdheden van het vakgroepbestuur.

 

Artikel 5

De aard van de werkzaamheden verricht door een accountant is gelijk: zowel voor de registeraccountant als de accountant-administratieconsulent. Van belang daarbij is dat de regelgeving, permanente educatie, activiteiten en beleid – voorzover dat niet bij de wet verplicht is gesteld – op elkaar worden afgestemd. Deze afstemming kan gerealiseerd worden door het wederzijds uitwisselen van adviserende leden tussen de gelijkgezinde vakgroepen uit beide beroepsorganisaties het Koninklijk NIVRA en NOvAA.

 

Artikel 6

Artikel 6 regelt de taken en bevoegdheden van de vakgroepsledenvergadering.