Wij willen ten minste het volgende bereiken (door ons minimum condities genoemd):

• Aanpassing van de definitie van openbaar accountant in de VGC:
  Een openbaar accountant is de accountant-administratieconsulent/ registeraccountant die op commerciële basis diensten verleent en daarbij wettelijke verklaringen afgeeft. Wettelijke verklaringen zijn gedefinieerd in BW:Boek 2 art. 393. Beoordelingsverklaringen en samenstellingsverklaringen komen in dit artikel niet voor. Op niet-openbare accountants zijn dus, conform Ifac-uitgangspunten, de COS regels, kantoorvoorschriften en  het huidige sanctionerende systeem van kwaliteitstoetsing niet van toepassing.
  Toelichting:
  Duidelijkheid verschaffen in de VGC, wie een openbaar accountant is en wie niet en welke regelgeving van toepassing is.

  
  

• Er zou een flex-optie moeten komen voor accountants, die geen openbaar accountant in deel B van de VGC willen worden. Dit betreft de zogenaamde ‘zuivere samenstellers’ en andere management-accountants/adviseurs die naar categorie C van de VGC gaan.
  Toelichting:
  Een (zuivere) "samensteller" die in categorie C wil vallen, is die accountant die bij zijn samenstelrapporten geen samenstelverklaring afgeeft, maar zich wel accountant of accountantskantoor mag noemen en die wel deelverklaringen mag afgeven, zoals een inbrengverklaring, verzekeringsverklaring ed.
  1. Minder onnodige regels voor deze groep van samenstellers.
  2. Geen Periodieke Toetsing voor deze groep: het huidige sanctionerende systeem van kwaliteitstoetsing moet vervangen worden door een systeem van clientgerichte toetding.
  3. Duidelijk onderscheid tussen WTA-kantoren (auditors en controleurs) en niet WTA-kantoren (adviseurs)
  4. Lastenverlichting voor deze kantoren

  
  

• De delegatiebevoegdheid van de besturen wordt beperkt - buiten de VGC - via een convenant van de ledengroepen met het NOvAA/NIVRA bestuur.
  Toelichting:
  Enerzijds dat de delegatiebevoegdheid uit de VGC wordt gehaald. Nadere voorschriften moeten eerst worden goedgekeurd door de Ledenvergadering of door een ledengroep. Anderzijds door ledengroepen (kamers of vakgroepen analoog zoals het nu is bij het NIVRA) in te stellen met aparte bestuureenheden, die in overleg kunnen treden met het hoofdbestuur van de NOvAA en voorstellen kunnen aandragen voor de ledenvergadering en eventueel convenanten kunnen sluiten met het bestuur over de regels, nadat de achterban van een ledengroep/vakgroep is geraadpleegd. Reden: Meer structuur in de organisatie van de NOvAA. Belangen van de ledengroepen worden beter behartigd. Wij willen dit bereiken door overleg met de NOvAA, amenderen van de VGC in een (buitengewone) ledenvergadering en andere initiatieven (Verordening op de Vakgroepen) .